Bye-bye kleine winkelier

deadeyes
9 min readNov 21, 2019

--

Kwaliteit

Er zijn mensen die nog om kwaliteit geven, ik reken mezelf daar toe. Om kwaliteit geven betekent bij mij echter niet dat ik eender welke prijs ga betalen voor een label, een merk, een soort van élitaire branding op zich. Kwaliteit kan je ook bereiken zonder de zogenaamde meerwaarde. Want kwaliteit is wat mensen vroeger gewoon konden kopen tegen een aanvaardbare prijs, en algemeen als normaal werd beschouwd.
Tegenwoordig heeft men echter de gewone gemiddelde kwaliteit meestal een andere naam gegeven en ge-upscaled, en daarnaast een ondermaatse kwaliteit tegen de vroegere normale prijs geplaatst zodat u een nep keuze hebt, een “goedkope” (lees: vroegere normale prijs) en een “dure, betere” optie die dan gewoon is wat u vroeger kreeg.

Voor u verder leest wil ik heel duidelijk stellen dat ik zelf uit een familie van zelfstandigen kom, en dus zeker de kant ken van de winkeliers en kleine middenstand zelf, meer nog, ik heb er alle respect voor gehad altijd. Deze blogpost is dus niet ingegeven door socialistische gedachten, of het idee dat alle winkeliers een berg zwart geld begraven hebben liggen in hun tuin.
Deze mensen werken hard, en worden door ons land al decennia als vuil behandeld op allerlei manieren. Mijn post gaat over de situatieschets en de dieper liggende oorzaken. Ik schrijf dit vooral uit woede omdat er iets wegkwijnt dat nooit meer terug kan komen zonder slag of stoot.

Een mooi voorbeeld zag ik laatst in m’n lokale keurslager (wat haat ik dat woord trouwens, een slager of beenhouwer is wat het is… die mensen werken zich krom,… ik ga dan ook niet extra betalen voor ondermaatse kwaliteit).
Ik kocht bij deze merk-slager een aantal zaken, waaronder een steak en een 250 gr gemengd gehakt.
Dat gehakt, wanneer ik het begon te bereiden, lekte van het groene, olie-achtige sap, waarna het begon te stinken en volledig smaakloos werd.
De steak was eveneens van ondermaatse kwaliteit en had een bijna flue rode kleur, waarschijnlijk van de sulfiet die ze er op spuiten ofzo.
Deze zogenaamde meerwaarde-slager vroeg haast het dubbele van wat ik zou betalen in zogenaamd ondermaatse supermarkten waar zo vaak mee gelachen wordt. Aldi, Lidl, Colruyt, noem ze maar op en lach er maar mee.
Echter, he gehakt dat ik de week voordien kocht bij een van deze supermarkten, was niet alleen goedkoper, maar scheidde geen groene smurrie af, smaakte redelijk (niet fantastisch, akkoord) en was prijs en kwaliteits gewijs wel de moeite.

De kleine slager die zich heeft omgedoopt tot een merk, heeft dus de duimen gelegd voor een supermarkt. En ik wil heel graag naar de lokale slager blijven gaan, maar niet om er meer te betalen én tegelijk slechtere kwaliteit te krijgen. Bovendien, is deze slager niet de enige kleine winkelier in de buurt die me deed afstappen van m’n plannen om lokaal te kopen, de lokale bakker en kruidenier zijn zo nodig nog erger.

Wat me bij het volgende item brengt.

Maandag, sluitingsdag

Net als de slager, die maandag, zondag, zaterdagnamiddag en woensdagnamiddag (de kindjes moeten van school gehaald worden en op maandag moeten alle zelfstandigen aan de kust op een geheime vergadering zijn ofz… ). Wat is dat trouwen met die heilige maandagen?
Frituren: dicht op maandag. Kappers ook,… bakkers ook, slagers ook… het lijkt wel of er inderdaad een geheim genootschap is van zelfstandigen die allemaal tegelijk dezelfde sluitingsdag nemen.
Moesten ze elkaar iets gunnen, en dan bv om het jaar de maandag en de naaste concurrent de dinsdag nemen, dan zou dat alle klanten in de buurt niet massaal naar een supermarkt jagen. Maar samenwerken is bij winkeliers een vrij vreemd begrip. Maar ok, dat vraagt enige coördinatie, en da’s moeilijk wanneer je op bepaalde dagen gesloten bent en je concurrent dan ook maar op dezelfde dag sluit. Zo heb je bepaalde buurten waar je op bij voorbeeld dinsdag geen enkele winkel op hebt… behalve de door hen zo verfoeide supermarkt uiteraard.

De slager in kwestie is dus niet alleen duur, verkoopt daarenboven niet alleen ondermaatse kwaliteit, maar is ook nog eens om de haverklap gesloten. Alle begrip voor kleine zaken die het met zo min mogelijk personeel willen rooien, maar wanneer je gesloten bent kan je niet verkopen… wanneer je dan ook nog eens sluit op dagen waarbij je mensen naar de supermarkt jaagt, ben ge gewoon je eigen ruiten aan’t ingooien.
Toen ik op een donderdag aankwam bij deze slager toen ik net in deze buurt kwam wonen, zag ik dat hij gesloten was. Geen papiertje aan de deur, geen bericht… niets. Achteraf bleek hij met vakantie te zijn, maar ok, niemand wist dat gezien er nog mensen stonden rond te draaien in de buurt.
Ik ging wat verderop, een 100m verder, naar de supermarkt, waar ik eigenlijk lekker, goedkoper vlees kocht.

De bakker waarvan ik sprak is al niet veel beter. De naam bakker zou eigenlijk moeten ingedeeld worden in twee kwaliteits-zegels die je van de overheid zou moeten krijgen: een echte bakker, en een “gebak opwarmer”.

Bij bakkers is de kwalitatieve dalen zo erg, dat ik terug zelf brood ben beginnen bakken.

De bazen of bakker zijn nergens nog te bespeuren, en zetten vaak mensen achter de toog die waarschijnlijk zwaar onderbetaald worden, geen sikkepit te maken hebben gehad met bakkerij-opleidingen, en bovendien met een smoel tot tegen de grond achter de toog staan.
Wanneer je iets vraagt, kent men meestal het verschil niet tussen crème fraiche, crème au beurre of marsepein. Het kan hen zo weinig schelen dat ik overlaatst na het vragen achter een frangipane koffiekoek de vraag kreeg “chocla?”.
Laat de klanten dan gewoon zelf hun brood, koffiekoeken, gebak of wat dan ook nemen aub. Zet er iemand bij die enkel de afrekening voor hun rekening neemt, en de orde bewaard, maar laat het zo. Wanneer er mensen achter de toog terecht komen die letterlijk moeten uitgelegd krijgen wat “ganache” is, of die verbaasd opkijken wanneer je een boule de Berlin vraagt, … stop er dan gewoon mee.

Is het een gebrek aan opleiding van de bazen naar hun personeel? Is het een totaal gebrek aan opgeleide mensen? Is het het lage loon? Ik weet het niet, vermoedelijk een combinatie.
De meisjes die achter de toog staan in de bakker achter m’n hoek klagen steen en been (openlijk waar de klanten bij staan) over hoe hun baas hen niet betaald, slecht behandeld en dat ze in de kou moeten werken bij voorbeeld.
Niet te verbazen dus dat ze niet echt interesse hebben om te leren wat al die franse gebaksnamen zijn.

Maar stop er dan gewoon mee. Ga misschien zelf achter uw toog staan terug, beste bakker. Of kap er mee en laat uw klanten weten dat dit ambacht dood is. Da’s eerlijker dan complete CRAP te verkopen zoals nu.
De foto hieronder is van een gebakje, een ganache “pateeke” dat ik haalde en waar de plastiek nog rond zat van de ganache-laag die men er op drapeerde.
(Want wie warmt er nog echte ganache op die met room en goede couverture chocolade is gemaakt hé? Je zou gek zijn… als moderne bakker kleef je een plastieken laag rond je fake-biscuit … je moet natuurlijk de plastiek er niet vergeten af te trekken achteraf).

plastic-ganache

Bij dezelfde bakker vond ik ook al haren in de koffiekoeken, een stuk hout in de croissant, en een frans brood dat kon dienen als tafelpoot, zo hard.

Neen beste bakker, … geduld genoeg gehad, maar ik ga wel naar de Lidl. Waar men ook crap verkoopt, maar tegen een lagere prijs, en waar de croissants en koffiekoeken altijd proper en voldoende voorradig in de rekken liggen tegen een schappelijke prijs en een middelmatige kwaliteit. Da’s een betere deal dan uw slechte bakker met totale nitwits als personeel.
Afrekenen is bij Lidl ook geen probleem trouwens, wat bij de bakker meestal ook kantje boordje is.
Wat me bij onderwerp nummer drie brengt:

Fobie voor geld

De kruidenier in de buurt, net als de frituur, de pizza/pita zaak en de kapper hebben allemaal hetzelfde soort aandoening,… een vreemd soort ziekte die zich enkel schijnt voor te doen bij kleine zelfstandigen. Ik noem het bancofobie.

Ik merkte de eerste symptomen van bancofobie toen ik de eerste keer bij de kruidenier binnen ging. De man in kwestie is open wanneer hij daar zin in heeft, … openingstijden zijn een illusie. Ongeveer in’t midden van de week is hij open, maar soms ook niet. Je ziet het wel wanneer het lukt.
Jammer voor hem dat vele mensen hier passeren en enkel de neergelaten rolluiken zien. Misschien denken ze wel dat hij nooit open is.

Ik stapte binnen omdat ik een ingrediënt voor m’n avondmaal had vergeten, ik nam ook een pak koekjes mee aangezien dat er uitnodigend uit zag en ik een jengelende kleuter bij had.
Ik legde de zaken op de toog en haalde m’n secrid boven (een bankkaart-houder).
De man sperde z’n ogen open, en deed een handgebaar naar mij toe, alsof ik een zombie was uite de Walking dead die hem wilde bijten.
“Nee! geen kaarten” zei hij nors, nog voor ik kon reageren.
“Eh, ik wil met bancontact betalen, anders payconiq?”
“Neenee!” Hij riep nu zelfs vrij boos, m’n kind schrok er van.
“Ik heb geen cash geld bij, ik heb dat nooit bij”
“Er is een bank hé”
“Ja”
Ik staarde hem enkele seconden aan.
Om hem helemaal door het lint te doen gaan vroeg ik…” Bitcoin dan?”
Maar de man keek me hoofdschuddend met open mond aan.
Ik legde de twee zaken terug in de rekken en ging buiten zonder nog een woord te zeggen.
“Waarom deed die meneer dat?” vroeg m’n kind.
Ik dacht even na en zei: “Denk dat die niet graag centjes verdient. Daarom dat hij ook meestal gesloten is”

De gekheid houdt daar echter niet op. Vele kleine winkeliers zijn haast als de dood voor elektronisch betalen.
De lokale Chinees, frituur, pizzeria, kruidenier,… allemaal hebben ze dezelfde ongeneeslijke aandoening van bancofobie.
Het eeuwige excuus is dan “dat kastje is veel te duur ze”. Wat echt wel een zeer makkelijk excuus is. Wanneer ja als zaak electronisch wil laten betalen door je klanten, kan dat redelijk goedkoop wanneer je het even uitzoekt.
Klanten begrijpen dat ook wel, wanneer je zou zeggen “ik heb het liefst cash of payconiq” ofzo. Ik tracht steeds te betalen in wat voor de winkelier het voordeligste uit komt, maar geef me wel de keuze!

Wanneer ik van m’n werk kom, snel iets wil kopen en ENKEL maar met cash kan betalen, zet u me als winkelier voor de het blok om ofwel naar huis te gaan en daar enkele muntjes bij elkaar te gaan harken uit een of andere lade, ofwel naar een bankautomaat te gaan lopen zoeken.
Wanneer ik deze dan zou vinden en er 50 euro uit haal, moet ik ook nog eens aanhoren van “hebde niks klenders?”
Want om een redelijke kassa met genoeg wisselgeld te onderhouden zijn dit soort winkeliers meestal ook te beroerd.
Het liefst hebben ze blijkbaar klanten die met een volledige zak vol met rosse muntjes komen betalen ofzo, ik weet het niet maar het is mega-irritant.

Ik maak er dan ook een punt van om bij dit soort zaken binnen te gaan, een aantal zaken te bestellen en dan bij het afrekenen m’n visa kaart boven te halen.
Waarna ze opnieuw hun “help ik krijg de pest als ge me aanraakt met uw vieze electonica” gebaar maken en ik gewoon buiten stap (ja ik ben een irritant iemand op dat gebied).

Ik begrijp dat er winkeliers “van vroeger” zijn, die 30% van hun parallelle import rommel in’t zwart gaan halen en via cash betalingen de boel willen witwassen. Ik snap dat. De beenhouwer die zwart vlees wil slijten aan z’n klanten en dan maar doet alsof z’n bancontact-kastje stuk is bij voorbeeld (een veel gebruikte truuk is om wel zo’n ding in huis te hebben, maar het is altijd zogezegd defect).

Een tip voor onze wetgevende macht (politici, doe eens iets nuttigs).
Maak een wet waarbij je winkeliers en handelszaken verplicht om electronisch zowel als cash te aanvaarden bij betalingen. Neem steekproeven, en bij zaken waar er opvallend veel cash gebruikt wordt doe je gewoon even een paar proeven inzake zwart geld enz. Op deze manier gaan de charlatans er tussenuit en kunnen goede winkeliers die nog misschien kwaliteit willen bieden betere zaken doen.
Dat vraagt echter controle, en moeite vanuit de overheid, en daar wringt’m altijd het schoentje.
Intussen zie ik zelfs zaken waar men gewoon weigert om non-cash betalingen te aanvaarden, en deze zaken krijgen van mij steeds dezelfde irritante behandeling. Af en toe binnen gaan: iets kopen … dan totaal uit te lucht vallen met “oei, allé jullie aanvaarden geen bankkaarten? Is dat hier nog de jaren 50 of wat? hahah” en dan terug buiten gaan.

Er zijn ook zaken die het helemaal goed doen, en daar ga ik dan ook met plezier winkelen. Niet alleen dat, daar mag het iets meer kosten en daar zal ik ook alle begrip voor hebben wanneer ze eens een mindere dag hebben.
Maar deze goeie zaken worden zeer, zeer schaars.

Jammer dat kleine zelfstandigen 20 jaar te laat gaan doorhebben dat ze virtueel kapot zijn. En dat de zelfde politici waar ze vaak posters van aan hun vitrine hebben hangen, geen zak voor hen doen.
Intussen winkel ik bij de supermarkt. Want wanneer ik dan toch rommel moet kopen, dan liefst aan een zo laag mogelijke prijs.
Voor de kwaliteit ga ik wel bij de bio supermarkt, de lokale boeren of versmarkten. Maar de lokale winkelier kan intussen z’n rosse muntjes bij elkaar tellen om z’n parallel geïmporteerde cola zo lang mogelijk zwart geld te laten opleveren. Het doek is gevallen, alleen hebben sommigen dat nog niet door.

deadeyes

--

--

deadeyes
deadeyes

Written by deadeyes

Ik schrijf kortverhalen, technische info, verhalen en opinies over economie, maatschappij en leven in Antwerpen.

No responses yet