Donuts voor Donuts

deadeyes
9 min readJul 4, 2020

--

Antwerpen, waar je na de uitverkoop van de stad sinds begin jaren 2000, overspoeld werd door toeristen die per Flixbus, cruiseschip of trein worden afgedumpt in de binnenstad.
Men hoopt waarschijnlijk dat deze toeristen wat geld spenderen en snel terug naar huis gaan, terwijl het soort kortstondige hap-slik-weg toerisme nauwelijks iets bij brengt aan een stad, integendeel.
Je stad wordt -net als de meeste historische steden in Europa- een pretpark, attractiepark of pit-stop voor cruises. Het maakt een stad niet meer dan het equivalent van het cowboydorp in Bobbejaanland, met het verschil dat dat fake-dorp niemand uit z’n woning joeg of de lokale economie en cultuur vernielde (er was alleen maar een drassige wei daar anyway, iedereen beseft dat het zo fake is als wat).

In Antwerpen hebben we sinds die trend zich inzette (mid jaren ’90) een hele reeks multinationals zien neerstrijken, die het vooral van deze schare toeristen moeten hebben en waar er dan meestal niet veel meer in zit dan “branding” en marketing.

Er zijn twee soorten marketing: die dat producten in de markt wil zetten, en marketing die alleen maar bestaat omdat het product enkel maar bestaat omwille van de marketingstrategie, maar verder geen echte markt opvult. Da’s een andere discussie, maar in mijn opinie is moderne marketing niets meer dan een roofbouwplegende plaag van zakkenwassers die producten die goed waren, vernielen en doen verdwijnen. Meestal om ze snel te ‘herverpakken’ en te vervangen door perfect in hun strategie passende bullshit zonder meerwaarde, kwaliteitsloze brol en oplichting.

De “brands” die neerstreken in’t Stad, gaande van Starbucks over KFC tot Burger King voedden dit beest.
De toerist voelt zich dan blijkbaar thuis, of zhij nu in Berlijn, Madrid of Brussel rondloopt: overal zijn dezelfde kwaliteitsloze, smaakloze, schreeuwerige mondiale merken aanwezig, en verdwijnt ongeveer alles dat een streek uniek maakt. De erfenis van de globalisten dus, het zal het equivalent zijn van wat een sprinkhanenplaag achter laat van een oogst graan.

Dunkin’ D

De meest recente aanvulling in dit assortiment Amerikaanse baggerbrands, is “Dunkin’ Donuts”.
Een merk dat het vooral moet hebben van hun imago: donuts en koffie verkopen. Ik geef toe, ik lust graag donuts trouwens, niemand is perfect.

Ik moet vaak passeren aan de plek waar deze zaak opende een paar weken terug. De zaak is gelegen op de De Keyserlei, vlakbij het station recht tegenover de Mc Donald’s (de varkenstrog met wi-fi).

Telkens wanneer ik voorbij deze Donutkeet kom zie ik dezelfde taferelen: aanschuivende mensen. Dat maakte me nieuwsgierig. Ik wilde er eerlijk gezegd een blogpost over schrijven, maar dat kan je moeilijk doen zònder er eerst zelf effectief te zijn binnen geweest natuurlijk.

Toen de drukte van de eerste dagen een beetje over was, en aan de google-maps reviews te zien, ook het enthousiasme getemperd was, ging ik een bezoek brengen aan dit merk dat een lokale bakker heeft uitgekocht om z’n plekje te veroveren in deze zielige straat waar je voor 50 euro de slechtse steak-frit van het land kan eten.

Sloth

Dus, op een druilerige dag, stond ik als een zieke lemming, mee aan te schuiven tussen enkele corpulente personen (want ik moet opletten dat ik geen lelijke of denigrerende woorden gebruik natuurlijk, als is de verleiding groot hier).

De dubbele schuifdeur ging automatisch open, waardoor iemand naar binnen waggelde die duidelijk zin had in donuts en een mini-spurtje trok om me snel voor te zijn.
Wat een geluk trouwens dat men hier een dubbele, en geen ènkele schuifdeur had geïnstalleerd, anders hadden ze deze dame via een katrol naar binnen moeten hijsen via de eerste verdieping denk ik.

De winkel in kwestie is niet zo groot, en je hebt eigenlijk binnen de paar seconden toch wel gezien wat je moet hebben, er staan koffietassen met logo van de zaak uitgestald, wat zakken met koffiebonen en een koeltoog met donuts.
Veel meer moet je niet weten, je staat immers in een Dunkin’ Donuts.
‘t Is niet dat ze hier spaarlampen of badhanddoeken verkopen, lang moet je dus normaal gezien niet denken over wat je wil kopen.
“Ik wil al dan niet een donut, en ik wil al dan niet koffie.”

Toch leek zulks een harde, bijna onoverkomelijke keuze voor de mensen die voor me stonden in de rij. De vijf personen (ehem) stonden te twijfelen alsof ze een van de grootste filosofische vraagstukken ooit moesten overpeinzen.
Uiteraard: intussen stond hun vriend/vriendin/ongedefinieerd er bij met een smartphone om de nodige selfies te maken, ongetwijfeld om op Instagram te kunnen laten zien dat ze in een Dunkin’ Donuts zaak stonden.
Hopelijk gebruikten ze de juiste filter, ‘t was nodig.

De meneer die z’n kleuter hier mee binnen had gezeuld, ging buiten met een rekening van over de 70 euro en een papieren zakje waardoor hij er uitzag als iemand die net een goudvis had gewonnen op de kermis.
Hij leek me er echter ook niet gelukkiger uit te zien dan daarnet, toen hij nog was aan’t aanschuiven en nog 70 euro rijker was.
De endorfine zal straks nog inkicken waarschijnlijk, wanneer hij thuis als een dappere jager z’n buit laat zien aan z’n kroost in z’n leefgrot.
“Me Tarzan,… you eat donuts”.
De flurk schoof eindelijk naar buiten toe met z’n papieren draagtasje, waarna het aan de mevrouw was met de strakke stretchbroek en slobbertrui.

‘t was ook voor haar een erg harde keuze. Zelfs moest een terreurbende haar laten kiezen tussen welke van haar kinderen ze moest zien sterven, zou ze zo lang niet twijfelen waarschijnlijk. Ze had ook zeker geen tekort aan suiker of vetstoffen en deed er een volle drie minuten over om te kiezen tussen een paar donuts met Nutella (de kots kwam al in m’n slokdarm naar boven eigenlijk) of de donuts met glazuur gemaakt van Ersatz-aardbeien. Hard. Erg hard.
Ik hoop dat ze in de buurt ergens ook dozen Rennie’kes verkopen tegen het maagzuur, de lokale apotheker werd helaas ook ingenomen door een buitenlandse multinational, eentje die er nu gefrituurde snacks verkoopt met chemische sausjes .

Ik bedacht me opeens dat het toch een piek moment moet zijn in je bestaan. Hier zo staan twijfelen en kiezen, de ergernis op het gezicht van het personeel zien ook, wanneer je vraagt ‘wat er in die donut met dat rode’ zit, in een Zuid-Hollands accent. Hebben ze ginder geen Donuts? Dat ze speciaal in Antwerpen komen “lekker shnoepeh”? F off please.

Wat een gelukzalige mensen ook, die waarschijnlijk niet beseffen hoe hun simpele leven eigenlijk vol tijd zit die onbenut wordt. Ze hebben hun tijd blijkbaar enkel te vullen met aanschuiven bij dit soort winkels (Sovjet stijl) om daar vervolgens dan verslag over te doen in de marketing-vergif-platformen als instagram en facebook, waar producten niet bestaan en enkel schimmen zijn geworden van wat ze ooit waren, en die in de markt gezet werden met het enige doel om een zelf gecreëerde gap in de datamining op te vullen.
De producten… die stonden hier aan te schuiven.

De kwaliteit in’t algemeen is inmiddels ver zoek, of vervangen door de foto van een misvormd overgetrained gesquat achterwerk in glimmende yoga broek, waar de hits en clicks de leegte van hun brein en wezen moeten doen vergeten en waar success 15 seconden duurt.

Deze mevrouw, klikte er op los, met de lange nagels swipend over haar dure telefoon die ze niet goed machtig was. Iedereen moest weten dat ze hier suiker en vet kwam kopen, plus een kopje met een slecht ogend logo op gekleefd in een Chinese sweatshop waarschijnlijk.
Het logo zijn twee letter D’s. Ik kan daar nog een stomme grap over maken, maar de grap schrijft zichzelf.

De troela (want dat was ze) betaalde en rotte ein-de-lijk op. Ik had het inmiddels echt wel gehad met deze keet, waar men zelfde vreselijke muziek speelt die je tegenwoordig zowat overal hoort, en zelfs in de supermarkt in je maag wordt gesplitst. Ook dat heeft men geïndustrialiseerd. (F you Herman van Veen).

Een toeristenmeisje achter de eerste mevrouw in de rij ellendelingen (ik sta daar ook), wapperde zenuwachtig met haar handen. Nu was het haar beurt voor haar five minutes of fame blijkbaar.

Time is sugar

Het concept van Dunkin’ Donuts is me inmiddels duidelijk: hier ga je niet “rap even een donut en koffie halen” zoals ik dacht, maar ga je zo làng mogelijk aandacht trekken, selfies maken, aanschuiven en daar betaal je dan ook voor.

Ook deze t******l, moest naar de slachtbank-der-moeilijke-beslissingen.
Ze ging voluit voor de walgelijk uitziende donuts met tricolore Belgische vlag motief. Serieus.

Tricolore donut — 2020

Ik kon m’n lach niet langer inhouden.
Een toerist die een donut in de kleuren van de Belgische vlag koopt, op de Keyserlei, in een Amerikaanse franchise keet, uitgebaat door een Hollands concern. te meta

Geld, IQ en tijd omzetten in vetstoffen en ‘brand awareness’… maar vooral kortstondige aandacht.
De existentiële vragen ‘of er melk in moet’, of er ‘butter on it?’, of ‘er dit of dat’… allemaal korte vragen waarbij de klant in kwestie even hun miserabele leven opgelift zien naar consumer-koe en mini-prins(essen).

Er moesten nog drie lemmingen voor mij in de rij hun hartverscheurende keuzes maken, en ik had genoeg gezien. Zie ze daar staan, met hun DD-zakjes met daarin een doosje, met daarin wat rondjes suiker. Ze rekenen allemaal af voor een bedrag dat ik alvast niet wenste op te hoesten, zeker niet voor iets waar ik nog heel de namiddag het brandend maagzuur van ging hebben.
Waarom stond ik hier nu eigenlijk weer? Da’s ook het nadeel van hun rammelend business-model denk ik: je krijg te veel tijd om na te denken.
De klanten die de kassa halen, zijn per definitie te lomp om te helpen donderen.

Ik ben nogal een liefhebber van dark roast koffie, en dat hebben ze hier naar’t schijnt. Maar ook dat zal te dure bucht zijn bedacht ik me opeens, m’n oog vallende op “munchkin” van bijna 2 euro. Da’s een “upmark” in prijs van om en bij de 1500% tegenover de productiekost waarschijnlijk, 1499% wanneer je de loonkost van het over haar toeren zijnde wicht achter de toog meetelt* :)
Wat me vooral ergerde (op het publiek, de vettige touch-screens, de schijtmuziek, de vuile vloer en de prijs na) was de ongelofelijke traagheid.

Je zou verwachten, dat bij een zaak waar suiker en caffeine de hoofdingrediënten zijn van het dieet, er iets meer vaart zou zitten in de bediening en de beslissingskracht het cliënteel. Helaas, de mensen waren even sloom en lusteloos als ze er uit zagen, met hun bijna uit de naad springende yoga broeken en lockdownkapsels.

Opvouwen

Ik verliet de rij, terug naar de gezonde (ehem) buitenlucht van de Keyserlei, waarbij meteen een koppel die buiten stonden te wachten als hongerige hyena’s m’n plek innamen.
Ze stonden zelfs niet stil bij het feit dat er iemand na enkele minuten de wachtrij verliet (dat zou normaal toch mensen aan het denken moeten zetten — not).
De telefoons hadden ze al in de aanslag, en ze gingen naar binnen, met hun vette poten recht naar de aanraakschermen om alvast hun bestelling voor 24 stuks munchkins in te geven. (serieus, … moge u heel de avond het zuur hebben).

Wat verderop, toen ik me naar de metro ingang begaf, zag ik twee graatmagere daklozen zich over een doos met dunkin’ logo buigen. (leftover donuts…hmm)

Ik ben dan maar een lekker pak koffie gaan kopen in een zaak waar de klanten geen half uur nodig hebben om te kiezen tussen twee producten, waar men geen foto neemt van hun gat terwijl ze staan aan te schuiven, en waar je een normale prijs betaalt zonder de “branding bullshit”.

Benieuwd wanneer er andere franchises zoals “Hooters”, Tilted Kilt of White Castle opduiken op de De Keyserlei. Serieus, dan kunnen ze naast een Hooters-werkneemster staan met de trotse blik van ware veroveraars. Met de nadruk op aars.

Want onze stad is uitgeput, uitverkocht, en de laatste cyclus is bezig.
Een “economie” die moet draaien op Hollandse troela’s die donuts komen kopen, kan maar beter opgevouwen worden.

deadeyes

* geen echte cijfers, bitch

--

--

deadeyes
deadeyes

Written by deadeyes

Ik schrijf kortverhalen, technische info, verhalen en opinies over economie, maatschappij en leven in Antwerpen.

No responses yet