Geschiedenis gebruiken als basis voor een film of TV-serie is een beproefde tactiek om enige interesse te wekken van het publiek, zeker wanneer er wilde achtervolgingen of random bloot aan te pas komen.
Het gebeurt echter zelden dat een regering hiervoor fondsen vrij maakt (van uw en mijn taxgeld trouwens) en nog meer zeldzaam is het, om als onderwerp van zo’n film iets uit de geschiedenis om te buigen tot platte propaganda en gescheidsvervalsing, gericht op een zeer specifiek publiek.
Het moet waarschijnlijk van de laatste door de Duitsers gecureerde gesproken bioscoop-nieuwsbulletins zijn, uit 1942, dat zulks hier nog gebeurde.
Wie beter om deze daad te stellen, dan de N-VA bezetters? Om dan via betaalde knecht Bracke en z’n tot persoonlijk propaganda-ministerie verheven AudioVisueel fonds, deze propaganda-techniek nieuw leven in te blazen.
Deze keer met een film over de brand in de L’ Innovation in 1967. Met als basis een scenario dat recht uit een boek van een “fruitcake” van de Doorbraaksel-bende komt.
Doorbraeksel, U weet wel: zo’n would-be online krantje, dat met de regelmaat van de klok geschiedsvervalsers, fantasten, klimaatcriminelen, facsisten, klimaatontkenners en voor geweldpleging en/of fraude veroordeelde nationalisten aan’t woord laat. Ze knutselen er zelfs met verveelde jeugdschrijvers met een bedenkelijk gerechterlijk verleden, boekjes voor in elkaar.
Deze “ghostwriters”, zijn waarschijnlijk nu wel een beetje achter op schema bij het uitbrengen van hun volgende zonder verantwoordelijke uitgever versprijdt neo-nazi foldertje, maar hey,… cultuur gaat altijd voor hé. (Martin Borman zou er trots op zijn).
Je kan immers niet altijd interviews afnemen van uitgerangeerde losers, vatzige kustburgemeesters die wanhopig worden van even niet in’t nieuws te komen, of meisjes volgen die verkleed als Oktoberfest-slet, bloemen gaan neerleggen op het graf van voormalige Waffen-SS’ers… neen, afwisseling moet er zijn.
Bracke en Co zijn dus in “goed gezelschap” om 1 miljoen euro subsidie te geven aan Jan Verheyen, voor een project waar vooral uit zal moeten blijken dat er “linkse mensen” (lees: communisten) een dodelijke brand hebben veroorzaakt, ook al is daar nul aanwijzing voor, nul bewijs voor, en nul komma nul WAARHEID te vinden, zelfs geen getuigenis van een of andre bejaarde die ze na twee Trappisten hebben weten te overhalen om on-camera whatever te komen vertellen.
Ik kan niet wachten om de car-chases te zien die Jan “wansmaak” Verheyen ongetwijfeld in die kutfilm zal laten lassen, of welke accidentiële ontblote borsten het boomer- en overkammerspubliek met hun kortinsbon van een doe-het-zelf zaak, in de zaal te zien krijgen. (Herinner u dat vorige premières van deze regisseur vooral “volle zalen” trokken nadat men gratis tickets weggaf via de sponsors).
Wat is’t volgende trouwens, na deze farce?
Een film over hoe Boudewijn zelf met twee vrienden, een Delhaize overviel in de jaren’80, om het dan rap op de rijkswacht te steken?
Wie weet, …
Wanneer je toch aan geschiedsvervalsing doet, ga er dan ineens een pak over.
Doe een Tarantino’ke en laat ineens De guldensporenslag uitbeelden in een blitze actiefilm waarbij 3000 vrouwelijke figuranten gekleed in witte linnen doekjes, de slag winnen door hun venten te komen redden met spades en zelfgemaakte pijl-en-bogen, terwijl ze Duitse marsliederen zingen waarna ze hun Jupiler uitdrinken en knipogen naar de camera.
Daar zou ik nog misschien naar gaan kijken,…
Los hiervan, is deze film vooral een symbool van waar het naartoe gaat met onze cultuur, en filmwereld.
De Studio100'izering is intussen niet enkel meer nihilisme en platte commerce, maar het vervormd de jongste vijf jaar naar pure propaganda op een niveau waar je stilaan als burger wel schrik van zou moeten krijgen…
Los van het vaak grappige effect, zit er een vieze, gevaarlijke en naar mijn aanvoelen misdadige intentie achter.
Laat het ons hebben over iets veel meer ingrijpend: de geschiedsvervalsing van bepaalde politieke partijen en hun (collaborerende) media-aanhang. De systematische vervalsen van onze Belgische, en Vlaamse geschiedenis mag wel eens in kaart gebracht worden (want ook deze geschiedsvervalsing op zich is paradoxaal genoeg, deel van onze geschiedenis nu:).
Aan de subsidies die het VAF (Vlaams Audiovisueel Fonds) gaf aan een bedenkelijk project van Jan Verheyen, kunnen we afleiden dat vooral één partij de schaal en snelheid waarmee ze pogen onze geschiedenis te herschrijven, aan’t opvoeren is.
“Goede” geschiedenis
Geschiedenis vertellen, in een boek, twitter of via een podcast, vraagt veel werk. Het is een continue afweging tussen meerdere bronnen, bevestiging zoeken, en geen conclusies trekken zomaar zonder iets na te gaan.
Het moet tegelijkertijd ook leuk genoeg verteld worden om nog een publiek te kunnen bereiken tegenwoordig. Wanneer je verhaal academisch en accuraat is, maar verteld wordt op een ultra saaie manier, haken ook veel mensen af.
Er zijn ook meer en meer mensen met geschiedenis bezig, vooral sinds 2019.
Wat begon voor mij, met het luisteren naar Mike Duncan’s History of Rome podcast, in 2015–2016, groeide dan uit naar de dingen als de Random History of Belgium, intussen zijn er ook mensen die ik erg apprecieer al geruime tijd bezig met geschiedenis naar de massa te brengen op een correcte, goede en zeer aangename manier.
Het twitter account van @DM_Vincenzo bij voorbeeld, brengt dagelijks meerdere foto’s en tekeningen met het geschiedkundige verhaal er achter.
Het boek over de Bourgondiërs van Bart Van Loo is ook zo’n voorbeeld, waarin op een zeer verhalende, enorm goed onderzochte en onderbouwde manier de geschiedenis van de Bourgondische familie verteld wordt. En waar hij hun impact op de vorming van de lage landen uitlegt.
Deze boeken, initiatieven en informatie wordt ook aangeboden zonder daar met de paplepel meteen een of andere politieke mening of PR achteraan te zwieren. Men vertelt geschiedenis, en wanneer je je daar bij houdt, is alles eigenlijk best ok.
“Slechte” geschiedenis
Dit soort projecten staat in schril contrast met wat enkele politici (en het zijn er gelukkig niet zo enorm veel) willen doen doorgaan als geschiedenis.
De minder fidele initiatieven doen telkens iets anders: ze gaan conclusies trekken, politieke oordelen vellen en vooral hun huidige meningen en betrachtingen trachten te verantwoorden. De geschiedenis is voor hen slechts een klein stukje van hun PR, waar ze cherry-picken wat ze kunnen misbruiken voor hun doeleinden, en de rest wijselijk verzwijgen. Net zoals ze op de boekomslag zelfs verzwijgen dat de auteur een nationalist is die voor N-VA zetelt en eigenlijk gewoon advocaat is, en geen geschiedkundige of iemand die onderzoek op een serieuze manier doet met de nodige serieux.
Ik noem dit soort andere initiatieven dan ook met opzet ‘slechte geschiedenis’, aangezien ze eigenlijk geen informatief doel dient, geen wetenschappelijke onderbouw heeft en vaak niet voldoende onderzocht is.
Dat onderzoek deftig en grondig doen, is ook niet nodig wanneer je op voorhand al een politiek doel wil onderbouwen, in plaats van geschiedenis vertellen. Wanneer je bij voorbeeld de geschiedenis van Antwerpen wilt onderzoeken, maar al van te voren wil uitkomen bij je eigen conclusies en eigen verwachtingen, kan je evengoed een roman alternatieve geschiedroman schrijven, dat kan zelfs nog amusant zijn, en meteen bij de “fictie” boeken staan, waar het dan ook thuis hoort.
Met name N-VA heeft via haar politici een zogenaamde voorliefde voor geschiedenis, hun voorzitter Bart De Wever, gaat er zelfs prat op dat hij een achtergrond heeft als geschiedkundige. Al zijn de meningen verdeeld over z’n academische kennis hierover.
Jammer dat deze kennis, die ongetwijfeld in huis is binnen deze partij, wordt aangewend om een politiek doel te dienen. Dat politieke doel is duidelijk een “Vlaamse identiteit” (wat ze daar ook mee bedoelen) te cultiveren. Een identiteit die blijkbaar zo flinterdun is in realiteit, dat ze moet geholpen worden door knip- en plakwerk inzake geschiedenis.
Meer nog, men gaat zaken weglaten uit de geschiedenis, andere zaken benadrukken, of gewoon staalhard liegen. De gaten die “hun” versie van de geschiedenis nog mankeert, vullen ze wel op met pure verzinsels.
Voorbeeld 1, het eenzame boek van een N-VA’er
Een concreet voorbeeld zag ik voor het eerst opduiken in de Antwerpse bibliotheek Permeke.
Er stonden voor 2018 bij de geschiedenisboeken in deze bib, enkele boeken die over de periode 12de tot 14de eeuw gingen in onze streek. (eerste verdieping links achteraan, ZIZO volwassenen, Belgische geschiedenis).
Twee van deze boeken specifiek gingen over de Franse bezetting van de streek rond Brugge, inclusief de jaren rond de Guldensporenslag van 1302.
De bestaande boeken in de bib Permeke, over deze tijdszone, werden begin 2018 weggehaald, en vervangen door één boek. Het naar mijn mening fictie-boekje, van Karim.
Hierin gaat het voormalige lid van het extreem-rechtse “Voorpost” (die overigen een Vlaamse onafhankelijkheid aanhangen om een “Groot-Nederland” te vormen), in op deze periode van onze geschiedenis. Waarbij hij vooral haastig en bijna zenuwachtig omspringt met de stukken geschiedenis.
Van bij het eerste blad, gaat de auteur vooral de situatie schetsen met de bril van de 21ste eeuw op, alsof iemand uit 1300, enig besef over nationale staten, indentair nationalisme zou hebben gehad. Deze mensen waren aan’t vechten om hun gezin nog te kunnen voeden en niet volledig kapot gemaakt te worden door de betere klasse (zowel Fransen als Nederdiets sprekende mensen).
Karim, de auteur van dit boek (en NVA politicus) gaat er naar m’n gevoel nogal snel prat op dat 1302 geen strijd was over taxatie of bewustwording rond werklieden en hun macht, maar springt in een grote sprong richting een “Vlaamse” onafhankelijks-streven. Waarbij hij natuurlijk z’n eigen natte droom en de veldslag van meer dan 7 eeuwen voordien, gewoon even bij elkaar kletst, met de nodige snel opgezochte geschiedkundige feiten er omheen (althans, toch diegenen die hem in de kraam passen).
Dit boek werd uitgebracht door een kleine, aan doorbraak gelinkte uitgeverij Polemos. De auteur, is geen geschiedkundige, maar op de cover achteraan staat voor de argeloze lezer, bezoeker of student die op zoek was naar informatie “Vlaams parlemenstlid” als credit.
De informatie over de partij waarvoor hij zetelt, laat men op de cover waarschijnlijk met opzet achterwege. Dit om enige illusie van neutraliteit te wekken. Of de man al dan niet, met een juridische achtergond, enige kennis heeft over het onderwerp laat ik in het midden.
Een boek van “een” parlementslid, is natuurlijk voor de argeloze lezer, meer neutraal dan een boek van “een nationalistisch” parlementslid. Al prefereer ik toch liever een boek van een historicus, of iemand die z’n strepen heeft verdiende buiten de academische wereld met de nodige uitgaven over geschiedenis die geprezen worden door collega’s of echte historici.
Ik weet niet hoe het op dat gebied zit met Karim, maar ik vrees het ergste.
De auteur van zulk boek, niet identificeren als N-VA lid, is zoiets als een gerecht in een restaurant “gevogelte” noemen, maar niet gezegd willen hebben dat er eigenlijk geen kip in zit (of het als “gerecht met kipsmaak” op de kaart plaatsten, en het met wat smaakversterkers en overschot van een slachterij klaarmaken).
Dat de man in kwestie alternatieve, politieke, motieven heeft, hoeft ook geen betoog. Hij zetelt namelijk voor een nationalistische partij in het parlement, was zoals gezegd lid van Voorpost en z’n palmares spreekt verder boekdelen(no pun intended). Z’n politiek doel is dus overduidelijk. Niet alleen met de lamentabele inhoud van het boek en de flinterdunne geschiedkundige achtergrond, maar evengoed met de bij de haren getrokken conclusies die hij duidelijk als politicus trekt.
Mag hij dan boeken schrijven?
Uiteraard, mag hij dat,… zijn versie van de geschiedenis, zou zelfs interessant kunnen zijn, in theorie!
Van mij mag letterlijk iedereen (zelfs mensen met een hoek af, die voor Doorbraak werken) over eender wat een boek schrijven. Zeker wanneer je met staalharde feiten en genuanceerde uitleg af komt.
Maar moest Marc Dutroux morgen een boek uitbrengen over kinderpsychologie, zou ik het toch niet meteen in een lokale bibliotheek bij de ‘zelfhulp boeken’ leggen, bij voorbeeld.
Enige duiding, omkadering, en juiste plaatsing is nodig. In dit geval is vooral de bibliotheek zelf in de fout gegaan vind ik. Dat de man zulke boekjes schrijft, is natuulijk niet toevallig. Het wordt geschreven (en in andere gevallen desnoods door een ghostwriter) binnen een systeem, waarbij men op voorhand maar al te goed weet, wààr het boek gaat terecht komen.
Namelijk in de handen van kinderen, studenten, die door hun leerkrachten dan “in de bib op zoek moeten gaan naar informatie over de Guldensporenslag”. En ra-ra welk boek ze dan als “neutrale bron” mee naar huis nemen. Juist ja.
Die interesse vervang ja natuurlijk volledig door één verhaal, wanneer je andere boeken weg neemt. Toevallig gebeurt zulks in een stad waar de voorzitter van N-VA burgemeester is. … vreemd toch?
Moest zulk boek onderbouwd en geschiedkundig correct zijn, en geen voorbarige conlusies trekken, kan het naast andere boeken van minder verdachte bronnen mee in het geschiedenis vak staan in de bib voor mijn part.
Echter, gewoon stellen dat mensen in 1302, een strijd uitvochten om een Vlaamse gevoel te verdedigen is vele, vele bruggen te ver. Ik heb het dan ook niet eens over de ongelofelijke overdreven versimpeling van de uitleg en de bijna kinderlijke verheerlijking van de “stoere” vlaamse krijgers. Potsierlijk.
Los van dit ene boek dat ik als voorbeeld wil geven, is de vevalsing van onze geschiedenis, wel degelijk een wapen. N-VA’ers denken zo. Ze werken als een soort bezetter, waarbij ze systematisch symbolen, termen en stukken van de leefsfeer overnemen op de achtergrond. De symboolvorming past in een een fascistisch principe, waarbij je een volk, een rijk en een leider moet geven, desnoods, naar voorbeeld van Mussolini, met de nodige verheerlijking van de helden (die misschien nooit die betrachting hadden die men er aan toekent achteraf).
Vlaams nationalisme gaat in deze fase van hun “wording” vooral over symboolvorming.
De Vlaams-nationalisten rond N-VA/VB willen ab-so-luut dat een lokaal dispuut, dat van belang was voor andere redenen. Ze zijn geen hol geïnteresseerd in geschiedenis (ander zou je in Antwerpen ook niet het ene na het andere stuk patrimonium zien sneuvelen of omgevormd zien worden tot nutteloze toeristenplekken). Ze zijn enkel in geschiedenis geïnteresseerd, tot op de hoogte dat het hen geld, of een symbool oplevert.
Dat 1302 meer een historische strijd was van de werkende klasse tegen de hogere klasse, daar gaat zo’n nationalist dan bewust aan voorbij.
Zeker wanneer je ziet dat de Brugse opstandelingen evenzeer andere Vlamingen ombrachten die net als de Fransen geen tax hoefden te betalen.
De nood waarin deze klasse zat, was zo hoog dat ze zich wel moesten verzetten, en dat deden ze ook. Het nationalistische sfeertje van de 21ste eeuw dat men over deze deze gebeurtenissen wil spuiten, is dan ook niks meer dan flauwe propaganda, bedoeld om een studentenpubliek één versie van de geschiedenis voor te schotelen; de versie van separatisten.
Er staan ook geen andere bronnen ter beschikking.
Het Karim boekje, staat daar alléén. En dat, dat stoort me nog het meest!
Wanneer je in Noord-Korea naar de bibliotheek gaat, en een boek zoekt over de geschiedenis van het land, zal je een gelijkaardig fenomeen tegenkomen vermoedelijk, waar er vooral geen andere “versie” van de geschiedenis dan die van de politieke machthebbers zal aangeboden worden. (al vermoed ik dat hun collectie uitgebreider en beter onderbouwd zal zijn, dan het miezerige, lachwekkende aanbod in bibliotheek Permeke).
Is het niet diep triest om te zien dat een Vlaamse geschiedenis en een streven naar een zogenaamde Vlaamse onafhankelijkheid, steeds moet onderbouwd worden door ongelofelijke nitwits, die zichzelf door wat Latijn doorheen hun betoogt te strooien, als intellectuelen willen voordoen? Zegt het niet enorm veel over de staat van deze regio (Vlaanderen) dat men dat soort zaken boven haalt om een of ander politiek doel te verantwoorden?
En trouwens, wanneer je Vlaamse onafhankelijkheid wil, kan je dat ook proberen te bereiken door geen complete louche wezel te zijn, die met geschiedsvervalsing, en PR-ingrepen het publiek wil manipuleren. Wie weet ontstaat er op een meer natuurlijke, niet gemanipuleerde manier wel net hetgeen waar naar u streeft. Laat ons dan hopen dat we geen mini-Mussolini’s nodig hebben daarvoor, en al zeker geen flut auteurs van in der haast bij elkaar geharkte boeken.
We hebben ook echte geschiedenis, en we hebben ook echte politieke doelen indien je dat zou willen. Maar saboteren, vervalsen, en als wezels rondsnuffelen op de bodem, is blijkbaar de stijl die men kiest bij bepaalde partijen.
Waarvan akte.
Het is dan ook aan het publiek, en de geschiedkundigen (waar ik mezelf enkel tot de hobbyisten van rekenen) om tegengewicht te vormen, en om hun geschiedsvervalsing te plaatsten, aan te wijzen en er vervolgens iets met echte inhoud tegenover te zetten. Met onderzoek en onderbouw, en niet van bedenkelijke oorsprong of met een overduidelijke alternatieve motivatie of waarheid met een politiek doel. Het moet in te eerste plaats aan het publiek en studenten te informeren over geschiedenis.
Maar blijkbaar is de lokale bib, nu ook een “oorlogszone” geworden voor de nationalisten en hun verwerpelijke manier van zieltjes winnen.
Een tweede voorbeeld komt in een volgende blogpost in deze reeks.
Wie concrete voorbeelden heeft over geschiedsvervalsing in Vlaanderen, kan deze steeds doorsturen via twitter : @deadeyes