Inleiding
Of u nu overtuigd Vlaams-Nationalist pretendeert te zijn, of een tricolore Belgische vlag aan uw gevel hebt hangen, of desnoods een Spaanse vlag die u mee nam uit uw thuisland hebt wapperen in uw tuin: u bent een staatist. Iemand die een bepaalde (al dan niet bestaande:) natie of land voorstaat of enorm tof vindt.
Iemand die nationalistische gevoelens heeft tegenover een land, streek of volk, is meestal verblind door wat zo’n structuur eigenlijk zou moeten zijn.
Ik wil graag een paar misvattingen uit de wereld helpen, die een bepaald soort van deze mensen, die ik gemeenzaal “vlaggenzwaaiers” noem, blijven geloven. Een ijdele poging om er toch enkel te overtuigen om meer na te denken over welke vod ze staan rondzwaaien op bepaalde arbitrair vastgelegde feestdagen.
Daarvoor gaan we een fictief land nemen, aangezien mensen nogal binair denken, of gebrainwashed zijn door media-concerns en de bijbehorende politieke groeperingen. Wanneer ik bv. België neem, haken Flamenganten af. Wanneer ik Vlaanderen als voorbeeld neem, ben ik eigenlijk over een fictief land bezig en gaan de weldenkende mensen afhaken.
Daarom even een metafoor gebruiken, zodat iedereen die in welk land/streek dan ook z’n energie wil steken, “mee kan zijn”. Want het punt is niet België, Vlaanderen, Spanje, Wallonië, Europa, het punt is iets heel anders.
Fictief land, echte taxen
Laat ons het land Kurkistan als voorbeeld nemen. Het is er altijd prachtig weer, enkel in Augustus, dan regent het honden en katten.
Het ligt in een streek waar men dol is op kurk, en waar men zelfs kurk exporteert naar gans wereld, waar het nationale volkslied begint met “Kurk is goed, kurk is droog, ik sterf voor kurk want ik woon in Kurkistan, … ” op de tonen van de “Macarena”.
De vlag is een halve zwarte en halve witte achtergrond, horizontaal verdeeld met in’t midden een tekening van een champagnekurk.
Kurkistan heeft echter een probleem, … ze zijn eigenlijk ontstaan door in de 15de eeuw een gebied tussen twee rivieren af te bakenen, en na wat oorlogen met de buurlanden (Wijnrijk en De Zuurkool-Unie). De Kurkistanezen, zijn sindsdien een trots volk, dat met plezier 70% tax betaald aan de centrale Kurkistan overheid, geleid door Calimero El Kurkinov, de president voor het leven van Kurkistan, die samen met z’n zoon Jamón El Kurkinov de staat vorm geeft en zorgt voor alle onderdanen.
Kurkistan gaat dus gebukt onder een zware last. Men vraagt veel van de onderdanen, die braaf naar hun werk gaan elke dag (vooral in kurkfabrieken) en geen al te zonnige kijk hebben op de toekomst. De huizenprijzen swingen de pan uit, de trams en bussen vallen bijna uit elkaar en wanneer je protesteert tegen iets komen de Kurkmannen de betoging uit elkaar slaan.
Ziekte en ontij
Af en toe wordt Kurkistan ook getroffen door ziektes en overstromingen.
De rivier “De Kürque” gaat af en toe dik buiten z’n oevers, en overspoelt dan hele stukken van het land. Op zich niet erg omdat de meeste mensen in het land in kurken huizen wonen en blijven drijven, maar hun inboedel is meesal wel naar de vaantjes, en hun huizen staan opeens op een andere plek.
Geld voor kettingen en ankers is er niet, evenmin wil men investeren in dijken of andere maatregelen nemen zoals overstromingsgebieden maken.
De ziektes zijn ook niet te onderschatten, medicatie is duur, en er zijn zeer weinig ziekenhuizen met zeer weinig personeel omdat eigenlijk iedereen liever creatief is met kurk.
Op een dag, ontstaat er echt protest.
Enkele groepen boze Kurkistanezen, verenigen zich onder de partijnaam KRUK (Krachtige Revolutionaire Unie Kurkistan) en beginnen vragen te stellen over waar hun 70% taxgeld dan WEL naar toe gaat.
Ze zijn dan wel trotse landgenoten, maar hun leiding springt volgens hen nogal licht om met geld.
De dijken worden niet gebouwd, de ziekenhuizen kunnen niet mee, er is geen strooizout in de winter (het kan er heel lelijk vriezen in januari) en vooral, wanneer je er zonder werk valt of je huis drijft weg, ben je volledig overgelaten aan de goede wil van anderen.
Meer nog, toen een orkaan over de hoofdstad trok, bleek dat president El Kurkinov en z’n zoon in een bunker woonden in het zuiden van Wijnrijk, en dat er geen ziekenhuisbedden waren voor de vele gewonden.
Tot overmaat van ramp, moeten de inwoners van de steden zelf juten zakken beginnen stikken om deze dan zelf op te vullen met zand om zelf dijken te maken tegen het wassende water.
De zoon van de president kwam die avond op TV en zei dat hij trots was op Kurkistan en haar inwoners en dat hij de schuld van de overstromingen en de ziektes zocht bij de Zuurkool-Unie of de inwonders van Zuid-Kurkistan die vlak bij de grens woonden met dit buurland. Hij vroeg geduld, en verzekerde dat hij meer ziekenhuizen zou laten bouwen, maar dat zulks wel extra belasting ging vergen. De tax ging naar 80% om dit allemaal te kunnen blijven betalen.
Na een tijd kwam niemand nog echt trots naar buiten met hun Kurk-vlag.
De KRUK partij kreeg meer en meer stemmen, van mensen die het beu waren om veel tax te betalen en eigenlijk niets terug te krijgen.
Wat maakte hen eigenlijk inwoner van Krukistan? Buiten dat volkslied en die vlag? Ze betaalden een president die in’t buitenland zat meestal, of werd opgemerkt in dure restaurants in de buurt van z’n paleis.
De beloofde ziekenhuizen kwamen er, nadat een bedrijf uit Wijnrijk een paar mooie moderne ziekenhuizen bij ging plaaten in de hoofdstad. Maar die waren zo duur dat er enkele de rijkste Kurkistanezen in konden worden opgevangen.
De vlag werd hier en daar als voetmat gebruikt in betogingen. De nationale munt “De Bubbly” daalde ook zienderogen in waarde naarmate de president maar extra Bubbly liet bij printen om voor al z’n luxe te betalen.
De KRUK partij kwam uiteindelijk aan de macht, maar de TV zenders en pers was volledig in handen van de de oude garde, en schreven niets dan slechts.
De tax werd nogmaals omhoog getrokken, om te compenseren voor alle flaters van de vorige regering.
De KRUK partij ging daarna op zoek naar hulp: Wijnrijk ging daarom helpen, in ruil voor de mooiste plekjes in de hoofdstad en aan de kust, voor enkele fabrieken en wat hotels, wilden ze troepen sturen en vooral meer steun geven aan de economie door Bubbly te kopen.
De munt herstelde zich, terwijl het hele land langzaam aan bedrijven zag overgekocht worden door Wijnrijk.
Op de duur, werd El Kurkinov en z’n zoon vervangen. De twee gingen op een eiland wonen ver van Kurkistan en schreven domme boeken.
De nieuwe president van de KRUK-partij, Grancru Flutjezswein wist wat hem te doen stond, elke dag een speech geven, de vlag van Kurkistan zwaaien en intussen proberen het land draaiende te houden terwijl hij alles uitverkocht aan Wijnrijk en de grootste firma’s van de Zuurkool-Unie.
Hij was populair, deed mee aan zangwedstrijden op TV en kon het nationaal volkslied zelfs achterstevoren opzeggen na twee flessen wijn. Hij was een held.
De Kurkistanezen hielden hun vlag nog steviger vast dan voorheen. Terwijl ze vervuilde lucht inademden van een Zuurkool-fabriek en hun supermarkt, electriciteit, water, riolering en zelfs hun eigen kurkplantages allemaal van Wijnrijk’ers waren.
Ze betaalden intsusen 60% tax, want die was omlaag gehaald maar ze betaalden ook 30% in allerlei prijsverhogingen, extra heffingen die je geen belasting mocht noemen. Je mocht geen “kroonkurk” meer zeggen in het openbaar, en al zeker geen kurken huizen meer bouwen, tenzij je baksteen uit Wijnrijk gebruikte.
De auto’s zaten vast in de files, alle bossen werden gekapt, en hetgeen overbleef was een kaal land, goedkope winkels en een land dat niet zo stevige dijken had.
Iedereen liep op de nationale feestdag nog wel trots rond met de kurkvlag en zong dan uit volle borst: “Kurk is goed, kurk is droog, ik sterf voor kurk want ik woon in Kurkistan, … ”
Waarna ze voldaan naar hius gingen en een Wijnrijkburger bestelden via Kurkiliveroo.
deadeyes